Verslag van mijn opstelling

Vandaag (30 augustus 2019) heb ik mijn opstelling. Ik heb de opleiding Familieopstellingen afgerond en nu is mijn eigen ‘grote opstelling’ aan de beurt. Dat wil zeggen: ik breng een thema in, iets wat als een rode draad door mijn leven loopt en waarvan ik sterk vermoed dat het zijn oorsprong heeft in mijn vroege jeugd. Namelijk: het gevoel er niet echt te mogen zijn. Dan gaan we mijn ouders en mijzelf opstellen om te kijken waar dat gevoel precies vandaan komt. Broers en zussen worden doorgaans niet opgesteld, tenzij ze bijvoorbeeld overleden zijn.

Evelien (die de opstellingen begeleidt) informeert wat mijn vraag is, en ik praat een beetje zacht als ik antwoord: “Het gaat over mijn plek innemen.” “Kun je wat harder praten?”, vraagt ze. Ik zeg: “Ja, da’s ook een thema.” Ik voeg nog toe: ik heb moeite met mijn mening geven, mezelf uitspreken, voor mezelf opkomen.

Ik geef een korte samenvatting van mijn gezin van herkomst,  zodat Evelien een genogram (Zie afbeelding) kan maken, een korte stamboom. Je vertelt je familie van herkomst er uitziet en je krijgt van tevoren een lijst met ‘tragische/ongewone gebeurtenissen’ die je moet benoemen als die ergens in je familielijn hebben plaatsgevonden. Je gaat daarbij minimaal terug tot aan je grootouders. Ik benoem o.a. de echtscheiding van mijn ouders en van mijzelf en het overlijden van mijn moeder. Evelien weet dat ik te maken heb gehad met mishandeling door mijn ex, en laat mij dit toevoegen aan de gebeurtenissen. Opmerkelijk dat ik dit zelf vergeten was te zeggen.

Veelzeggend openingsbeeld

Wanneer mijn opstelling aan de beurt is, kies ik Jan om mijn vader te representeren, Geertje voor mijn moeder en Bianca** voor mijzelf. Bianca staat tussen vader en moeder in, en die staan ver bij haar vandaan, een geheel kloppend openingsbeeld. Er is geen oogcontact, tussen geen van allen. Bianca heeft zelfs haar ogen dicht en geeft aan in een bubbel te zitten en er liever niet uit te gaan. Ja, dat ben ik helemaal. Vader staat er wat machteloos bij en geeft aan zich verdrietig te voelen.

Als Evelien informeert hoe moeder in de opstelling zich voelt, geeft die aan helemaal in zichzelf te zitten. Ik merk op dat mijn moeder ook mishandeld is vroeger, ze werd geslagen door haar vader. Net als mijn eigen mishandeling, had ik dus verzuimd om dat van tevoren te benoemen.Terwijl dat natuurlijk essentieel is. Hoe kan dat?

Ik kom er achteraf achter dat mishandeling niet op het lijstje met tragische gebeurtenissen staat; daarom heb ik het niet benoemd…Alsof ik er een lijstje voor nodig heb om te erkennen dat dit daar wel degelijk onder valt! Het is kenmerkend voor mijn besef van mishandeling: ik ben me er ook pas sinds kort van bewust dat ik als kind geestelijk mishandeld ben. Dat komt o.a. doordat het niet fysiek was, dus minder duidelijk. En doordat ik heel weinig herinnering heb/had aan mijn vroege jeugd.

Alsof ze er verbaasd over zijn

Evelien haalt mij (Bianca) tussen mijn ouders uit, want dat is niet een goede plaats. Ze laat me vanaf de kant mijn eenzaamheid ‘innemen’, dat wil zeggen dat ik mijn vroeger situatie even goed mag doorvóelen. Mijn ouders staan intussen als vreemden tegenover elkaar en het ontroert me als Evelien hen laat zeggen: ‘We hebben samen kinderen.’ Ze zeggen het alsof ze er zelf verbaasd over zijn.

Evelien plaatst vervolgens de ouders van mijn moeder in het Veld en mijn opa rationaliseert zijn gewelddadige gedrag door te zeggen dat hij gehandeld heeft uit liefde, dat het nodig was. Hij geeft dan wel toe dat hij zich machteloos voelde, maar kan nog niet toegeven dat het verkeerd was wat hij heeft gedaan, dat ziet hij niet zo. Hij vindt zijn gedrag normaal. Hij zegt dat hij zich cynisch voelt. Typisch dat woord. Ma leed daar ook aan, cynisme.

Gewelddadige mannenlijn

Het lijkt erop dat opa zelf ook geslagen is, dus wordt zijn vader erbij gehaald. Die is zelf ook weer slachtoffer van zijn vader, die komt er ook bij, en lijkt ook gewelddadig. Dan besluit Evelien dat het tijd is voor een ‘Oervader’. Die komt in het Veld om de mannenlijn te steunen als daar geen liefde te vinden is. Hij vertegenwoordigt een al dan niet bestaande persoon uit de mannenlijn van mijn moeders gezin van herkomst.

Door diens liefdevolle, niet oordelende aanwezigheid, verzacht de betovergrootvader; die kan vervolgens beter en vriendelijker naar overgrootvader kijken, en die ook weer op zijn beurt naar zijn zoon. Uiteindelijk barst opa in tranen uit en geeft toe dat hij mijn moeder nooit had mogen slaan. Ook oma neemt dan eindelijk haar verantwoordelijkheid voor het feit dat ze mijn moeder niet beschermd heeft.

Bestaansrecht

Dat geeft heling bij mijn moeder, die daardoor beter naar haar dochter (mij) kan kijken. Ze zit voor het eerst niet meer zo gevangen in zichzelf en kan nu inzien dat ze er nooit helemaal voor mij geweest was toen ik haar het meeste nodig had. Ze zegt dat het haar spijt en dat kan ik voelen. Ik voel ook mededogen met haar; voor het eerst voel ik de impact van mishandeling op haar leven. Ze heeft dit wel eens verteld, maar deed er nogal laconiek over.

Bianca staat naast moeder om haar te troosten, terwijl het tafereel van de gewelddadige mannenlijn zich afspeelt. Evelien stuurt haar daar weg, want ze hoeft haar moeder niet te redden. Bianca loopt vervolgens onopvallend naar haar vader om die bij te staan, totdat Evelien haar daar ook weer weghaalt. Heel herkenbaar; ik ben een echte redder. Anderen steun geven, geeft mij bestaansrecht. Als ik dat niet kan doen, voel ik me een beetje verloren.

Boosheid voelt als kracht

Bianca zegt dat ze boosheid voelt naar opa toe, en dat ze daarmee in haar kracht komt. Dat herken ik wel. Oprechte boosheid voelt als kracht, daar waar verdriet je soms kan verlammen. Maar omgekeerd kan ook: als de boosheid secundair en dus machteloos wordt, geeft het laten stromen van het verdriet dat eronder ligt weer grote bevrijding. (Blog over boosheid en verdriet.)

Moeder kan nu ook vader voor het eerst zien. Dat doet hem veel goed. Ze kunnen zelfs naast elkaar gaan staan en dat raakt me. Zo heb ik ze nooit gezien; ze zijn boos gescheiden toen ik 2 jaar was, en eigenlijk altijd boos gebleven op elkaar. Ik heb ze ook helemaal nooit meer samen gezien. Ze meden elkaars gezelschap als de pest.

Innerlijk kind

Evelien laat me op de grond zitten vóór Bianca om me even als een kind te voelen. ‘Het is innerlijk kind-dag’, zegt ze (de 1e opstelling ging daar ook over. Bij nader inzien: misschien gaat iedere opstelling wel in essentie daarover…). Het is fijn, ik kan het echt voelen. Evelien laat me het beeld innemen, het gemis van het hebben van twee ouders, en ik moet erg huilen.

Vader zegt dat hij graag ziet dat ik een goed leven heb, en dat het hem spijt dat ‘ie dat niet beter heeft kunnen faciliteren. Jan verontschuldigt zich plotseling (daarbij gaat hij even uit de rol van representant) omdat hij volgens hem teveel namens zichzelf spreekt, maar ik zeg: “Mijn vader zou het precies zo gezegd hebben! Een beetje zakelijk, maar welgemeend.”

Luider spreken!

Als ik uiteindelijk weer kan beschikken over mijn beide ouders, mag ik opstaan en ze allebei een hand geven, zodat we een kringetje vormen. Evelien vraagt of ik mijn hoofd op hun schouders wil leggen. Dat wil ik heel graag en ik begin heel even hevig te huilen, maar de hevigheid verdwijnt bijna meteen, te snel. Ik snik nog wat verder en mompel dat ik ze gemist heb.

Mijn vader vraagt me om dat te herhalen, hij heeft het niet goed gehoord. Ik zeg het ietsje luider. Hij beweegt zich wat van me af en vraagt of ik het nog een keer wil zeggen. Heel even denkt ik dat hij iets aan zijn oren mankeert of mij voor de gek houdt en voel ik irritatie, maar dan roep ik: “Ik heb jullie gemist!”

Mijn plek innemen

Het werkt, wat de representant van mijn vader me laat doen. Door mijn stem te verheffen, kom ik in een diepere laag van mijn verdriet en kan ik verder huilen met veel meer gevoel dan daarvoor. Daarna zegt Evelien dat ik me om mag draaien om mijn ouders allebei achter me te voelen staan. Ze bevestigen met aanraking en met woorden dat ze achter me staan, en zeggen dat ze dat ook altijd zullen doen. Dat voelt zo steunend. Evelien vraagt of het zo goed is, en we ronden het af.

Met het afronden van de dag spreek ik mijn dankbaarheid uit. Ik eindig met de zin dat ik eigenlijk iedereen wil bedanken voor wat we hier met zijn allen hebben gedaan vandaag, en merk dat ik weer zachtjes begin te spreken. Ik herhaal vervolgens direct diezelfde woorden een toontje luider en iedereen moet lachen en ik krijg een spontaan applaus. Omdat ik mijn stem op een gezonde manier verhef en me uitspreek, en daarmee mijn plek inneem. Een mooie bevestiging dat ik er wel degelijk mag zijn.

* De namen in dit verhaal zijn gefingeerd uit respect voor de privacy van de deelnemers.

Leave a Reply